Sloop Moawin

Pakistan heeft een nieuw bevoorradingsschip in dienst gesteld, met dezelfde naam als de oude tanker: PNS Moawin. De oude Moawin voer van 1964 t/m 1994 onder de Nederlandse vlag als Hr.Ms. Poolster. De afgedankte tanker heeft al zo'n zes jaar niet meer gevaren en wordt mogelijk gesloopt. 

 

Toen Hr.Ms. Poolster op 29 juni 1964 in dienst werd gesteld, was het schip niet alleen de eerste bevoorrader van de Koninklijke Marine, maar ook het grootste Nederlandse marineschip ooit. Het (tweede) vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman was weliswaar langer, toch legde de carrier het qua waterverplaatsing af tegen de nieuweling. Dertig jaar later was de Poolster opnieuw een bijzonder schip: het was het laatste Nederlandse marineschip dat op stoom voer. 
 



Reeds eind jaren '80 werden gesprekken gevoerd met Pakistan over verkoop van de tanker. In 1994 was het zover, de Nederlandse marine was inmiddels druk met de vervanger (Hr.Ms. Amsterdam) en de oude Poolster kwam in Pakistaanse dienst als PNS Moawin. Vanuit de Pakistaanse havenstad Karachi voer de voormalige Poolster langszij de Pakistaanse fregatten over de zeeën. In maart 2005 werd het schip getroffen door brand terwijl het in Karachi in het dok lag voor onderhoud. Ruim vijftig mensen kwamen daarbij om het leven en het was de grootste ramp van de Pakistaanse marine ooit. 

Dat betekende echter nog niet het einde van de Moawin. Een paar maanden later gaf het schip met een fregat acte de presence in New York tijdens de Fleetweek en was het vervolgens in Portsmouth tijdens het evenement Trafalgar 200. In 2007 koerste het schip naar onder andere Japan, waar vervolgens elf bemanningsleden deserteerden. En in 2010 maakte de Moawin een reis naar Zuid-Afrika.
 



In juli 2012 heeft het schip nog water gebracht naar Balochistan waar een groot tekort was aan drinkwater. Dat zou weleens de laatste reis kunnen zijn geweest van de Moawin. Van een latere reis is niets terug te vinden en de voormalige Poolster is op iedere openbare satellietfoto van Karachi in of nabij die haven te zien. Dat wil zeggen aan de kade of afgemeerd op een boei tegenover Bunker Island, in het Baba-kanaal de aanloop naar de haven van Karachi. Sinds maart 2017 lijkt het schip daar permanent te liggen. 

 

De aandacht van de Pakistaanse marine ging op dat moment uit naar een andere bevoorrader: de nieuwe Moawin. Deze tanker was ontworpen door de Turkse scheepswerf STM en werd sinds 2014 gebouwd in Karachi. Een medewerker van STM vertelde onlangs op de marinebeurs Euronaval aan Marineschepen.nl dat de bouw wat vertraging had opgelopen door het klimaat ter plaatse. De Turkse experts die bij het project betrokken waren, waren verrast door de effecten van het Pakistaanse klimaat op de bouw van de tanker. Vier jaar na het begin van de bouw begon de proefvaart en op 16 oktober 2018 werd het schip in dienst gesteld.

Het einde
Wat gaat er gebeuren met de oude Poolster? Dat is een vraag die oud-bemanningsleden van de Poolster bezighoudt. Marineschepen.nl is al maanden bezig met het beantwoorden van deze vraag, of beter het stellen van deze vraag, via de Pakistaanse marine. Maar tevergeefs. Dat heeft ook Alain Dooms, oud-bemanningslid en reünist van de Poolster, ervaren. "Het is moeilijk contact te krijgen met die lui," zegt hij in een telefonische reactie. Dooms heeft van alles geprobeerd. Een tijdje stuurde een bemanningslid foto's van het interieur op via Facebook, maar ook dat contact is verbroken.

 

Ondanks dat de Pakistaanse marine zwijgt over de toekomst van de oude Moawin, lijkt er maar één realistisch antwoord op de vraag: het 54 jaar oude schip wordt gesloopt. De rol als marinetanker is immers al jaren uitgespeeld. Dooms: "Het schijnt wel dat je er nog mee kan varen. Maar wat moeten ze er nog mee?" Dat neemt niet weg dat Dooms niet gelukkig wordt van de gedachte dat de Poolster gesloopt wordt. "Het is jammer. Zonde. Ik had hem graag in Den Helder gezien. De Zuiderkruis zijn we ook al kwijt." Toch blijft Dooms realistisch en heeft zich de afgelopen tijd gericht op het redden van onderdelen van de Poolster. "Ik hoorde dat hij in Turkije gesloopt zou gaan worden en ik heb geprobeerd contact te zoeken met het bedrijf dat de Poolster naar de sloop zou slepen. Dat lukte niet. En dat is jammer, want er zijn nog veel die een band hebben met de Poolster. Vorig jaar waren er op de reünie nog 240 mensen." 

"Het is vreselijk," zegt Simon Scargo als hem wordt gevraagd naar de eventuele sloop van de Poolster. Scargo werd van 1968 tot 1991 zes keer op de bevoorrader geplaatst. Hij werkte er vooral in de machinekamer en werd daarom, vermoedelijk in 2005, gevraagd om problemen met de voortstuwing van de Moawin op te lossen. "Dat is jammer genoeg niet doorgegaan. Het was te gevaarlijk. Maar het begon met dat ze bij het laadstation van de AVCAT-helikopterbrandstof waren gaan lassen. Dat mag niet. Je moet eerst ontgassen. Dus toen kregen ze een explosie. Dat was het eerste ongeluk dat ze hadden daar. Later is het schip op eigen kracht naar Portsmouth gevaren en zou het daar onderhoud krijgen. Toen was het van 'hij doet het niet'. Dat soort dingen. En ik wist wel wat er mis was, maar ja. Daarna is het contact verbroken. Maar op zich hebben ze wel goed voor het schip gezorgd. Als ik die foto's op Facebook zie, de machinekamer, de aircoruimtes, pompkamers, die zien er keurig uit."